Arena – Pepper’s Ghost
Jaar van release: 2005
Label: Verglass
Het eerste dat opvalt is het fantastische artwork van David Wyatt. Hij was ook verantwoordelijk voor het artwork van “Contagion” en in het dagelijks leven ontwerpt hij voornamelijk covers van (kinder)boeken. Hij heeft de band vastgelegd als striphelden. Elke held heeft zijn specialiteit en zijn eigen verhaal. Mick Pointer is de Amerikaan, Rob Sowden is een edelman met een verleden, Ian Salmon is de ninja, Clive Nolan is een mislukte samensmelting van een man en een demon. Hij kan in de toekomst kijken maar worstelt om de demon in zich onder controle te houden. Ten slotte is John Mitchell is een wetenschapper die een tijdmachine heeft uitgevonden. Hij heeft die uitvinding gedaan om zijn verloofde terug te krijgen, maar met zijn uitvinding kan hij steeds slechts zeven seconden terug in de tijd. Elk karakter wordt in een nummer uitgewerkt. Pepper’s Ghost is trouwens geen conceptalbum, maar op het album staan zeven nummers die allemaal draaien rondom de helden zoals die in het artwork zijn bedacht, zonder dat er een samenhangend verhaal ontstaat.
Over het geheel genomen is de muziek van Arena op dit album wat harder en steviger dan het voorgaande werk. Toch herken je de Arena stijl van mijlenver. Bedlam Fayre gaat meteen in de hoogste versnelling uit de startblokken. Het nummer staat boordevol gitaarsolo’s met een terugkerend thema dat zich direct in je hoofd nestelt en doet wat dat betreft sterk aan The Butterfly Man van het album “Immortal?” denken. Een deel van de zang is vervormd en dat pakt verrassend goed uit. Het doet sterk aan de vervorming denken die Threshold gebruikt. Niet vreemd omdat Threshold gitarist Karl Groom zich met de productie van deze schijf heeft bemoeid.
Smoke And Mirrors verloopt wat recht-toe-recht-aan maar dat stoort nergens. Opvallend is dat Clive Nolan zich veel met de zang bemoeit op dit album. Hij neemt bijzonder vaak de tweede stem voor zijn rekening. Het maakt het vocale gedeelte van “Pepper’s Ghost” alleen maar beter. Hoogtepunt is zijn heerlijk zwevende toetsensolo die wordt afgelost door een slepende gitaarsolo van John Mitchell.
Het gitaarthema uit The Shattered Room had zo van “Contagion” afkomstig kunnen zijn. Het wijkt maar een fractie af van bijvoorbeeld The Painted Man. Dit is één van de beste nummers van het album. Arena laat de luisteraar alles horen waar ze zo goed in zijn; heerlijke slepende gitaarsolo’s, fraai toetsenwerk en vlot lopende tempowisselingen. Net name het instrumentale einde is fenomenaal en zal het hart van menig progfan sneller laten kloppen.
Zowel The Eyes Of Lara Moon als Tantalus hebben uitstekende wisselwerkingen met rustige en stevige passages. In het eerstgenoemde nummer wordt mooi akoestisch gitaarspel afgewisseld met heerlijke up-tempo stukken waarin Clive Nolan een complete muur van toetsen optrekt en John Mitchell weer alle ruimte krijgt voor zijn uitstekende solo’s. Tantalus kent een opening met zang en piano waarna het nummer een stuk steviger wordt. De zang is erg sterk hier. Het moge duidelijk zijn dat de zang van Rob Sowden met elk studioalbum beter wordt. Jammer dat hij dit niveau live niet vaak haalt.
Purgatory Road is wederom up-tempo en zit weer boordevol smaakvolle tempowisselingen en heerlijk instrumentale uitstapjes. Het heeft een lekker refrein waarin ook de stemmen van Clive Nolan en John Mitchell verwerkt zitten. Ook hier zijn de gitaarsolo’s van Mitchell weer een genot. Wat is deze man toch belangrijk voor de band. Het sluitstuk Opera Fanatica is geheel door Clive Nolan geschreven, iets wat niet vaak voorkomt bij Arena. Vrijwel altijd worden de nummers door Clive Nolan, John Mitchell en Mick Pointer gecomponeerd. Met Opera Fanatica zet Nolan een flinke stap in de musicalwereld. Ik moest het nummer wat vaker horen om het op de juiste waarde te kunnen schatten, maar ik moet concluderen dat het fantastisch is. Nolan heeft duidelijk afgekeken bij Andrew Lloyd Webber. Sommige stukken hadden moeiteloos in de musical “The Phantom Of The Opera” gepast. Ook hier is het weer John Mitchell die met zijn gevarieerde gitaarspel het nummer naar grote hoogte stuwt. Maar natuurlijk is het ook het heerlijke toetsenspel van Nolan zelf dat dit nummer zo goed maakt. De creativiteit van deze man lijkt eindeloos te zijn. Gelukkig maar.
“Pepper’s Ghost” is een uitstekend Arena album. De vele meerstemmige partijen die in elk nummer opduiken zijn een absoluut pluspunt. Ook dat de muziek wat harder is geworden is een voordeel. De band blijft zijn eigen geluid trouw maar weet toch steeds weer met overtuiging iets nieuws te brengen zonder dat je het gevoel hebt dat ze steeds in herhaling vallen. Arena heeft de liefhebber van progressieve rock wederom op zijn wenken bediend.
Geef een reactie