Haken – Affinity
Jaar van release: 2016
Label: InsideOut Music
Wie Haken nog niet kent, dit is een band met invloeden zoals van Yes, Dream Theater, Toto en snufje Queen. Goed, het geluid is stukken steviger en betreedt zo nu en dan metalcontreien, maar structureel hoor ik toch aardig wat overeenkomsten met de grootmeesters Yes van de progressieve rock. Haken beschikt tevens over een net zo aantrekkelijke speelsheid als de inmiddels bejaarde heren van Yes.Aan het begin van deze plaat is dat niet direct af te horen. Na de intro Affinity.exe pakt Haken in Initiate uit met een onvervalst stukje djent. Om na enkele hakkende gitaarriffs over te schakelen op stevige progressieve metal. Goed geschreven, opgesierd met pakkende melodielijnen en intelligente arrangementen. Sterke zanger ook, die Ross Jennings. De band is hoorbaar gegroeid sinds de vorige platen. Zeker als je het tussendoortje Restoration meerekent, waarop herbewerkingen van oude demo’s prijkten.
Nee, Haken houdt zich niet langer enkel bezig met ellenlange songs en hopeloos complex gestructureerde passages. Op de nieuwe cd staat met The Architect, 1985 en Bound By Gravity weliswaar een drietal lange songs van tussen negen en vijftien minuten, maar voor de rest zijn de nummers relatief compact. Overigens behoren die langere stukken wel tot de beste momenten van het album. Het zijn afwisselende werkstukken, vol avontuur en instrumentaal geweld. Maar de uitstekende muzikanten van Haken verliezen zich nooit in nodeloze notenneukerij. Elke noot heeft namelijk een functie. Zodoende is de groep in staat deze songs ondanks de lengte en de instrumentale krachtpatserij toch liedjes te laten blijven.
‘Affinity’ is een plaat met twee hoofdgerechten en daaromheen een zestal kortere happen. Voorproefjes ‘Initiate’ en ‘The Endless Knot’ lichtten misschien al een tipje van de sluier op met betrekking tot de weg die de band is opgeslagen. Weg zijn de over-de-top a capella passages en weg zijn de 70s prog invloeden. ‘Affinity’ staat helemaal in het teken van de 80s en dat is overal in te horen; van de geharmoniseerde zanglijnen zoals Toto dat deed tot de gitaarriffs die geloofwaardig en gemeend klinken. Toetsenpartijen die letterlijk geluiden uit de 80s terug toveren. Grooves die lekker springerig zijn maar nergens een modern polyritme uit het oog verliezen.
Het eerste hoofgerecht is dan ook het briljant getitelde ‘1985’ van negen minuten lang. Als dit nummer je niet meeneemt naar Van Halen, cheesy spacefilms en Street Fighter spelen in de arcadehal heb je geen werkende oren. Het nummer blijft maar opbouwen en opbouwen met mooi geharmoniseerde zanglijnen in het refrein en ontlaad op precies de juiste plekken met 8-snarige breakdowns. Tool-achtige coupletten leiden een modernere twist in en Queen-achtige gelaagdheid bouwt op naar een slopend instrumentaal middenstuk met ook hier weer een shift van klassiek klinkende grepen naar Dream Theater achtige capriolen.
De tweede epic heet ‘The Architect’ en is waarschijnlijk het middelpunt van het album te noemen. Het nummer kost je vijftien minuten van je leven maar ik beloof je dat je als progfan eindelijk met een verzadigd gevoel achtergelaten wordt. Onheilspellende, ruimtelijk klanken brengen je in atmosferische sferen tot de bijna “Erotomania-achtige” riff een instrumentaal intro begint. De Dream Theater en Between the Buried and Me invloeden vloeien hier erg rijkelijk, met vooral de gitaar in de hoofdrol. Teruggetrokken coupletten en emotioneel zangwerk doen vermoeden dat we een ballad als hoofdgerecht krijgen maar niets is minder waar. ‘The Architect’ heeft een van de vetste refreinen dat ik in tijden heb gehoord en blijft hangen vanaf de allereerste keer dat je het hoort. Het is slechts een voorproefje want de band kruipt hierna in het instrumentale, ruimtelijke hoekje om daarna schreeuwend en beukend de 8-snaren weer luid te laten klinken. Einar Solberg van Leprous draagt hieraan zijn steentje bij met verscheurende schreeuwklanken. En hallo, let je even op? Is dat niet het refrein van ‘Initiate’ wat aan het einde van ‘The Architect’ wederom gedag komt zeggen?
De twee epics worden omringd door kortere amuses, tussengerechten en lepellikkertjes. Zo is er bijvoorbeeld het fusion funky ‘Lapse’ dat mij even van mijn stoel had omdat ik dacht dat Guthrie Govan een solo deed. Blijkt overigens gewoon vaste gitarist Henshall te zijn, maar daarover meer in het interview dat ik met zanger Ross Jennings deed. Ook hebben we nog het experimentele ‘Red Giant’ waar gitaren amper te horen zijn en het vooral keyboards zijn die de dienst uitmaken. ‘Earthrise’ zou gezien kunnen worden als een poprock nummer dat gebaseerd is op wat Toto dertig jaar geleden al deed, maar het is meer dan dat met Dream Theater-achtige interludes en geweldig gitaarwerk. Geen van de nummers voelen als fillermateriaal en elk nummer staat individueel als een huis.
Het laat ons gevuld achter met warme nostalgie terugkijkend op de prog van dertig jaar terug, maar geeft ons ook een hele interessante kijk in wat prog ons nog te bieden heeft. Dit is wat Dream Theater had moeten doen na ‘Images and Words’. Ik hoop dat bands van nu een voorbeeld aan Haken nemen wanneer het op experimenteren met je sound aankomt. Ik hoop dat bands van nu meegaan met wat Haken hier doet en de wereld in een soort van prog revival brengen.
Dit is een moderne classic, een plaat die over jaren nog steeds gekroond zal staan tussen de werken van de groten. Een werk wat ik in ieder geval voorlopig niet vergeet.
Zoals we gewend zijn van InsideOut zijn alle overige facetten prima verzorgd. De productie is werkelijk fantastisch en het minimalistische artwork past goed bij de thematiek die Haken op het album hanteert. Als er één ding blijkt door dit vierde volledige album, is het wel dat deze band het progressieve ambacht uitstekend in de vingers heeft.
Geef een reactie