Kirk – Masquerade
Jaar van Release: 2014
Label : Mausoleum Records
Kirk was voor mij een nobele onbekende, maar mijn nieuwsgierigheid werd geprikkeld door Denis Ward. Naast bassist bij Pink Cream 69 en Unisonic, is hij de laatste jaren de producer van diverse bands. Zijn naam als producer op dit album, betekende voor mij zoveel als een kwaliteitslabel.
Deze Zwitserse band werd opgericht in de tweede helft van de jaren negentig en bracht het debuut The Final Dance uit in 2003. Toen drummer Vito Cecere om gezondheidsredenen de band moest verlaten en menig bandlid er nevenprojecten op na ging houden, besloot men een pauze in te lassen. Doordat verschillende bandleden actief waren in diverse zijprojecten, werd de activiteit van Kirk ‘on hold’ gezet. Kirk heeft een lange pauze genomen, maar is nu terug met een beresterk tweede album Masquerade dat bulkt van aangename melodieuze metal. De Zwitserse band werd al in de tweede helft van de jaren negentig opgericht en bracht het debuutalbum The Final Dance uit in 2003. Dat was behoorlijk succesvol, zelfs tot in Japan toe. De band kon door Europa toeren in het kielzog van bands als Doro, Pink Cream 69, Axxis en landgenoten Shakra.
Zanger Thomi Rauch zette zijn joker in op Decent Disaster en gitarist Sammy Lasagni werd het meest succesvol, want hij bracht drie albums uit met het gekende Godiva. Pas in 2010 volgde een renie. De nieuwe drummer werd Philipp Eichenberger (ook actief in Legenda Aurea). Het nieuwe album werd opgenomen met klassenproducer Dennis Ward (hij werkte al samen met Kirk voor het debuut) en ook deze Zwitsers vertonen een grote Dit gezelschap speelt melodieuze metal, met zowel AOR als progressieve elementen; variëteit troef. Je hebt lichtvoetige hardrock in de trend van Asia, zoals in het vlotte en radiovriendelijke Nothing Else but Lies, maar soms ook hardere power metal, luister maar naar het Hammerfall-achtige Fight or Die Music; of meer progressief gelaagd, vergelijkbaar met DGM inTragedy.vakbekwaamheid. De muziek is zoals gezegd melodieus, maar best te omschrijven als progressieve power metal.
Daarbij staat de song centraal, getuige de enorme aanstekelijkheid en toegankelijkheid van de elf composities. Bovendien verstaat Kirk de kunst om ons te verzekeren dat ze heer en meester zijn op hun instrumenten, zonder dat dit in overdadig vertoon of complexiteit verzandt. Ik moest denken aan Queensryche en Kamelot, maar vooral aan de frisheid van Voyager, de Australirs die hun progressiviteit ook altijd verpakken in aanstekelijke deunen. De muziek is stevig, met soliede arrangementen en fijne refreinen, met – uiteraard – een kristalhelder geluid. Zanger Thomi Rauch is één van de sterren met zijn krachtige weelderige zang. De andere vedette is gitarist Sammy Lasagni(Godiva) die bij het soleren de noten vaak lang aanhoudt en mij daardoor doet denken aan Dave Meniketti van Y&T. Hoogtepunten op dit werkstuk zijn de opzwepende opener Devil’s Claw, het gedreven, maar donkere Eternity en het geweldige ‘progy’ Fallen Angel. Deze gasten weten hoe ze sterke, pakkende songs moeten schrijven en dit album is dan ook een aanrader voor elke serieuze melodieuze rockfan.
Met Devils Claw heeft de band een heftige binnenkomer. De stompende rock wordt opgesmukt door toetsen, de zuivere zang krijgt later een echo en de strakheid wordt ondersteund door een sierlijke gitaarsolo van Sammy Lasagni. Het vlotte Supersonic Speed bewijst de kunst van catchy songs te schrijven, terwijl de gevoelige zang in Masquerade me voor het eerst aan Geoff Tate doet denken. De achtergrondkoortjes zijn charmant, maar er wordt ook even flink van jetje gegeven op een manier die eigen is aan Dream Theater. Virtuoze solomomenten voor toetsen (Bruno Berger) en gitaar. Het begin van Eternity is balladesque, met veel emoties in de zang, maar later wordt het toch weer wilder, maar super catchy. De muziek van Kirk heeft iets speels, waardoor de stompende ritmes en het opzwepende refrein van het kordate Fight Or Die er alleen maar beter op wordt. Drummer Philipp Eichenberger zet een krachtige prestatie neer, zijn accenten vallen meer dan eens op, zoals in Tragedy en Nothing Else But Lies dat zelfs een AOR refrein herbergt. Snel en vlot vertoont Time verwantschap aan Helloween, iets dat we misschien aan producer Dennis Ward kunnen toeschrijven en ook in Face In The Crowd een gemerkte invloed is. Dit alles wordt knap verfraaid door zwevende synths op de achtergrond. The End Of The Universe is een van de hoogtepunten met een compleet scala: gevoelige emotionele zang plus solos op gitaar en synthesizer. Om dat heerlijk rockend af te sluiten met scheurende solos in Fallen Angel. Ze hebben er lang over gedaan, maar dit is een album van hoge kwaliteit!
Geef een reactie