Iron Maiden – The Final Frontier
Jaar van Release: 2010
Label: EMI Music
Iron Maiden is nog steeds mateloos populair en trekt over de gehele wereld nog steeds volle hallen. De band heeft haar strepen inmiddels verdiend en houdt zich, mede door de heldendaden die in de jaren tachtig op muzikaal gebied neergezet zijn, nog altijd fier staande aan de absolute top van de metalwereld. De release van een nieuwe plaat van de band is dan doorgaans ook een gebeurtenis die ook maar een enkele metalhead kan ontgaan en bij The Final Frontier is dat niet anders. Meningen blijven echter verdeeld over het Maiden van 2010. Dat de band inmiddels mijlenver verwijderd is van de rappe heavy metal van medio jaren tachtig moge inmiddels duidelijk zijn en op The Final Frontier worden, geheel volgens verwachting, geen bijzonder afwijkende paden ingeslagen. Na A Matter Of Life And Death is The Final Frontier echter wel weer een kleine stap terug van het meer progressieve, moeilijker te bevatten werk wat op die plaat te horen was om, ongeacht de lengte van de meeste songs op dit bijna tachtig minuten durende monster, weer een iets rechtlijniger Iron Maiden te laten horen.
Hoewel, gedurende de eerste minuten van opener Satellite 15… The Final Frontier zou je dat misschien nog niet denken. De plaat begint namelijk met een voor Maiden-begrippen ontypisch intro vol bijgeluiden, electronica en vervormde zang en gitaar. Het is een intro wat misschien beter gepast had op een solo-plaat van Bruce Dickinson. Halverwege het iets te lange en ook niet te skippen intro gaat The Final Frontier echter pas echt van start met het titelnummer, de typische openingssong volgens het boekje. Het blijkt, zo zonder de bijgeluiden van de videoclip, een heel behoorlijke rocker te zijn. Hier en daar misschien met wat teveel herhaling in het refrein, maar zeker niet slecht. Het huppelende El Dorado blijkt zich ook te ontpoppen tot een behoorlijk strakke rock-/metalsong en Mother Of Mercy is van hetzelfde laken een pak.Het eerste hoogtepunt op The Final Frontier is het mid-tempo Coming Home, wat als half-ballade niet misstaan zou hebben op een Dickinson-album, terwijl de band op het verrassende The Alchemist een song presenteert met een anno 2010 verrassend tempo, een overdaad aan dubbel gitaarwerk en een behoorlijk aan Flash Of The Blade herinnerende songstructuur. De heren zijn het kennelijk nog niet verleerd. Isle Of Avalon weet me na ruim een week echter nog steeds niet te pakken door de extreme lengte (bijna tien minuten) van wat in principe een door een te lang en repetitief instrumentaal middenstuk opgerekte standaard-song is. Het is ook daar waar Starblind enigszins de mist in gaat met een te drukke, volle instrumentatie en het wat uitgerekte gevoel. Slechte songs zijn het niet, maar met een paar minuten per stuk minder zouden ze beter tot hun recht komen.
Gelukkig maakt de band heel erg veel goed met de afsluitende drie klappers. Weliswaar eveneens lange, epische songs, maar songs die gelukkig beter weten te boeien. Vooral het stomende, kolkende en vol tempowisselingen zittende The Talisman weet te imponeren en ontpopt zich met gemakt tot één van de betere songs die de heren er sinds de reünie uit hebben weten te persen, terwijl ook bij The Man Who Would Be King het tempo er lekker in zit. Afgesloten wordt er met het lange, melodieuze en indrukwekkende epos When The Wild Wind Blows, een afsluiter in het verlengde van The Legacy en The Thin Line Between Love And Hate.
Is The Final Frontier een sterkere plaat geworden dan A Matter Of Life And Death? Inmiddels is het behoorlijk duidelijk dat het er vanaf hangt aan welke kant van het verhaal je staat. Waar de voorganger mij persoonlijk nog steeds van begin tot eind (en als integraal geheel) weet te boeien en de tijd tijdens het luisteren voorbij vliegt is The Final Frontier een plaat geworden waar ik persoonlijk meer de neiging heb er bepaalde songs uit te pikken. Een extreme kwestie van smaak zoals dat bij de laatste paar platen van de band toch al het geval was. Qua productie is er in ieder geval de nodige vooruitgang geboekt en het zestal laat zonder twijfel tien songs lang horen ook anno 2010 nog relevant te zijn. Met iets minder prog-invloeden en een wat meer volbloed Maiden-geluid is dit een plaat geworden die weer wat makkelijker in het gehoor ligt. Hoe dan ook moet The Final Frontier iedereen kunnen aanspreken die het gros van het werk na de reünie kon waarderen en de plaat herbergt weer een paar enorme hoogtepunten. Dit maal echter ook wat (kleine) minpuntjes.