Borealis – Illusions

Jaar van Release: 2022

Label: AFM Records

Borealis heb ik al jaren hoog in het vaandel staan als het Canadese antwoord op Evergrey. Iedere drie a vier jaar brengt de band een nieuw album uit en telkens weten ze weer een kwaliteitssprong te maken. ‘The Offering’ uit 2018 was het eerste album dat die lijn niet volgde. Een en ander klonk allemaal wat meer geforceerd en als te veel van hetzelfde en kon aan  het vlammende ‘Purgatory’  niet geheel toppen. Intussen heeft de band ook weer wat wisselingen ondergaan in de line-up en blijven zanger/gitarist Matt Marinelli, Sean Dowell op drums en Ken Fobert op gitaar, over als enigen die aan alle albums hebben bijgedragen. Voor de gelegenheid wist de band Vikram Shankar in huis te halen om de synthelementen naar een hoger peil te trekken. Aiden Watkinson is verantwoordelijk voor de baspartijen, net als Sean Werlick op toetsen, maar dit wordt niet vermeld op de inlay van de cd.

Gaat het deze harde kern lukken om met het nieuwe ‘Illusions’ de lijn omhoog weer in te zetten? Het korte antwoord op die vraag is “JA!”. Borealis heeft de drukte van ‘The Offering’ laten varen en alle ruimte gelaten om de composities laten spreken. Illusions zou je, volgens zanger Matt Marinelli, kunnen zien als een vervolg op het vorige album The Offering. De verhaallijn speelt zich echter een paar jaar later af en wordt bezien vanuit het perspectief van de kinderen, waarin ze schetsen hoe traumatische ervaringen uiteindelijk hun leven vorm heeft gegeven en gemaakt wie en hoe ze zijn.

Na de atmosferische intro met vrouwelijk vocaliseren is het ‘Ashes To Rain’, een compositie waarin vooral de solide ritmesectie van bassist Aiden Watkinson en drummer Sean Dowell sterk naar voren komt. Een intro waarin iedere drumslag genadeloos en met precisie binnenkomt alvorens de rest inzet. Het klinkt vet en vol en het rasperige stemgeluid van Matt Marinelli geeft alles een licht rauw geluid. Gitarist Ken Fobert, die met de Offering zijn plaats in de band weer terugvond, rifft en ragt er ondertussen lustig op los. De klassieke elementen uit illusions komen terug in Ashes To Rain wat het geheel meer diepte geeft.

Meer dan welk voorgaande werk van de band ook doet deze telg denken aan Evergrey, hoewel Borealis ook overduidelijk eigen identiteit heeft. Die is voornamelijk te danken aan de warme maar toch ontzettend krachtige stem van Matt, die ook op dit album weer bewijst een van de betere vocalisten van het genre te zijn. Al vroeg komen we met ‘My Fortress’ bij een stuk wat over de zeven minuten klokt. Een bewuste keuze voor een ruimtelijk accent in de productie maakt deze compositie nog groter dan hij eigenlijk al is. Met de single ‘Pray For Water’ wordt het riffwerk van Symphony-X aangehaald en gaan we de duistere kant op. Een opzwepende riff zet de basis voor de compositie en Borealis zet alles onderweg in de ‘ruststand’ om van daaruit Sean Dowell zijn werk te laten doen en vanuit dat muzikale standpunt gaat het over in de vette riff die het geheel smeert en daarbij de aanloop is naar een mooie solo. Een heerlijk stuk melodische metal waarin de melodie zowel leidend als ondersteunend is voor het geheel.

Hierna volgt de ballad ‘Burning Tears’ die weer ontzettend profiteert van die ruimtelijke ambiance. Deze komt mede door de arrangementen en toetspartijen Borealis heeft een meesterzet gemaakt door componist en multi-instrumentalist Vikram Shankar te rekruteren voor het schrijven van de orkestrale stukken en synths. Het is namelijk op dit aspect dat ‘Illusions’ de grootste sprong heeft gemaakt. Waar op voorgaande albums de toetspartijen aan de muziek waren toegevoegd, zijn ze nu in de muziek verweven. Het album kent meer ‘smaken’, zoals het uptempo Beleaver. De snelle start gaat uiteindelijk over in een meer langzame zangmelodie terwijl de muzikale muur stevig op de achtergrond aanwezig is.

Op ‘Light Of The Sun’, is net als de eerdergenoemde ‘Burning Tears’, muzikaal en orkestraal goed opgezet. Ik denk dat “Face of Reality” ook een geweldige compositie is, met zijn enorme overgang van ballad naar een filmische krachtpatser.

“Bury Me Alive” met dit nummer maakt Borealis net het verschil met Evergrey op dit album, de toetspartijen zijn orkestraal, donker ondersteunend en geven hier dan ook een meer eigen geluid. Dit album heeft veel van dat soort momenten, maar dit nummer leunt erop. Matt zingt ook zijn hart uit op dit nummer en legt enkele van zijn beste vocalen ooit vast.

De tweede compositie waarin sfeer belangrijk is, is Abandon All Hope. Het is niet zozeer een rustige of langzame compositie maar wel een erg innemende en dat heeft veel te maken met het warme stemgeluid van Matt. Alles werkt naar een vertrouwd geluid. Een compositie die als een warme deken de wat kille nachten doet vergeten. Het tussenstuk na het eerste refrein is dan enorm krachtig. Matt blijft sterk overeind in zijn zanglijn. Na het tweede refrein wordt er nog even flink gegrooved, krijgt toetsenist Sean Werlick wat ruimte en maakt Ken Fobert het geheel af met een functionele en lekkere solo.

De band heeft zonder enige twijfel een fenomenale hekkensluiter ‘The Phantom Silence’. Op dit elf minuten durende huzarenstukje benadert Borealis in een knap verweven palet van emoties. Beter dan dit kan dit album niet afgesloten worden.

De sprong voorwaarts die Borealis met ‘Illusions’ maakt is zonder overdrijven verbluffend. Werkelijk iedere noot op dit album is raak en na zestig minuten op het puntje van je stoel vraag je je af wat er toch met die band is gebeurd die het dertien in een dozijn album ‘The Offering’ heeft gemaakt. ‘Illusions’ lijkt een nieuwe fase voor Borealis in te luiden.

Vier jaar is een lange tijd, maar Borealis weet al sinds de oprichting met ieder album te overtuigen. De muziek, die mooi naast het geluid van Evergrey past, overtuigt op alle fronten en ook Illusions is een dijk van album dat absoluut niet ergens zomaar in een kast of collectie verdwijnt. Dit is klasse.