Poverty’s No Crime-A Secret To Hide
Jaar van Release: 2021
Label: Metalville
A Secret to Hide is alweer het achtste studio album van progressieve metal band Poverty’s No Crime. Als groot liefhebber van zowel progressieve rock en progressieve metal ontdek ik graag nieuwe bands binnen dat genre, ik had eerlijk gezegd nog niet van deze band gehoord ondanks dat ze al bijna dertig jaar bestaan. Het voorgaande album, Spiral of Fear, dat uitkwam in 2016, was succesvol en werd gevolgd door een tour met Psychotic Waltz. Daarna kreeg de band de smaak weer te pakken en doken ze meteen de studio in om aan dit nieuwe album te werken. Het duurde ruim vijf jaar voordat dit album af was, wat laat zien dat de band echt moeite in hun werk steekt en albums willen uitbrengen waar ze trots op kunnen zijn.
Ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan brengt de Duitse groep Poverty’s No Crime zijn achtste album “A Secret To Hide” uit. Het kwintet stond nooit bekend vanwege de productiviteit. Gelukkig duurde het nu ‘slechts’ vijf jaar sinds hun vorige album “Spiral Of Fear”. “De band is weer helemaal terug”, memoreerde zanger en gitarist Volker Walsemann in het persbericht waar dit album werd aangekondigd. Zo’n opmerking doet natuurlijk goed, al riekt dat naar een cliché. De aanvankelijke ‘straight’ progmetal a la Dream Theater is doorontwikkeld naar een meer melodieuze variant. Die koers werd in 2003 ingezet op “The Chemical Chaos“. Vanaf dat album hanteert Poverty’s No Crime een stijl waar melodie en variatie meer tot zijn recht komen. Niet geheel ontoevallig is de bezetting sinds dat album niet meer gewijzigd. De invloeden van Dream Theater zijn nog hoorbaar en ook flarden Vanden Plas en Threshold komen voorbij. Dat blijkt een sterke formule van een hoorbaar ingespeelde bezetting die ook de tand des tijds in dit redelijk uitgekauwde genre heeft doorstaan.
Dat ze kwaliteit boven kwantiteit willen is goed te horen op dit album. Vanaf de eerste akkoorden op albumopener Supernatural is dit al een prettig album om naar te luisteren. De instrumentalen vallen vooral op en zijn erg strak. De vocalen zijn ook prettig om naar te luisteren, al zijn het niet de standaard progressive metal vocalen die ik gewend ben. Daarnaast wordt ook nog bewezen dat deze band allesbehalve eenzijdig is. Supernatural is, ondanks dat het geen baanbrekend nummer is, een prima opener. Poverty’s No Crime heeft intro’s van een minuut of twee tot standaard verheven (liefhebbers: lees deze column). In deze intro hoor je een thema van toetsen en gitaar wat aan Knight Area doet denken. Dat thema komt gaandeweg het nummer weer terug. Voor het overige is het klassieke progressieve metal met een fijne gitaarsolo halverwege, al komt de zang van Volker Walsemann wat geforceerd over.
Het tweede nummer Hollow Phrases heeft een lekker ritme, wat door heel het nummer klinkt. Ondanks dat die twee nummers net wat anders klinken, begin je al meteen door te hebben wat de signature sound van Poverty’s No Crime inhoudt. Het album vormt namelijk een mooi geheel. Hollow Phrases doet meer en beter recht aan het geluid van de groep. De zang is niet geforceerd en komt daardoor beter tot zijn recht. Het melodieuze nummer is doorspekt met Neil Peart-achtige percussie en drum fills. Daarnaast is er afwisseling in sfeer en tempo.
Flesh And Bone heeft in tegenstelling tot de andere nummers een donker geluid. Na de onvermijdelijke intro passeert het nodige (dubbele) gitaarwerk met zware riffs. Daardoor neigt het naar heavy metal, al zorgen de swingende toetsen voor compensatie. Dat de band een groep getalenteerde muzikanten is die weten hoe ze goed op elkaar af kunnen stemmen. Vooral het keyboardspel van Jörg Springub en het gitaarspel van Marco Ahrens vallen erg op. Ze vullen elkaar erg goed aan.
Ook Grey To Green kent een lange intro met afwisselend gitaarwerk. Er is geen tot weinig ruimte voor toetsen. Intermezzo’s met frivole gitaarsolo’s en een grommende bas zorgen voor de goed getimede rustpunten in dit bijna negen minuten durende nummer.
Dat het met de timing van solo’s op gitaar en toetsen wel goed zit hoor je in het powerballad-achtige Within The Veil. Zowel gitarist Marco Ahrens als toetsenist Jörg Springub weerstaan de verleiding er een notenkraker-race van te maken. Deze mannen verstaan duidelijk hun vak.
Het volgende nummer is The Great Escape. Afgezien van wat onduidelijk gesproken teksten is deze track volledig instrumentaal. In zes minuten trekt een fraaie mix van Threshold en Rush, als mede een afwisseling van solo’s aan je voorbij. Met als hoogtepunt een Alex Lifeson-achtige gitaarpartij.
Poverty’s No Crime heeft patent op nummers van gemiddeld zeven minuten met op elk album een uitschieter richting de tien minuten. De laatste tien minuten op dit schijfje zijn ingeruimd voor In The Shade, een nummer met twee gezichten. Waar afwisseling doorgaans de overhand heeft, zijn de eerste minuten voorspelbaar en neigen naar eentonigheid. Een intermezzo met fraai dubbel gitaarwerk zorgt voor de omslag. Het is de overgang waar wordt doorgeschakeld naar een hogere versnelling en intensiteit.
De intro van Schizophrenic zou zo thuishoren op de soundtrack van een horrorfilm, al is de intro maar van korte duur. Het nummer wordt al snel redelijk melodisch met strakke riffs. Qua vocalen ben ik ook erg over dit nummer te spreken. Het klinkt op sommige momenten bijna als doommetal. Tot slot het laatste (en tevens langste) nummer op het album, In the Shade. Dit nummer deed me een beetje aan het eerste nummer op het album denken, wat het een goede album afsluiter maakt. Het lijkt alsof de band daarmee de cirkel rond wilde maken.
Ondanks dat ik nog niet bekend was met Poverty’s No Crime, heb ik enorm genoten van dit album. Het is een album wat allesbehalve eenzijdig is, maar toch een geheel vormt met getalenteerde muzikanten die weten waar ze mee bezig zijn.
Geef een reactie