Honeymoon Suite-Monster Under The Bed
Jaar van Release: 1991
Label: WEA
“Monsters Under the Bed”, dit album werd opgenomen en gemixt in de legendarische St. Anne-des-Lacs, Quebec. Het werd geproduceerd door Paul Northfield, die met Rush, Queensrÿche en Dream Theater had gewerkt. Honeymoon Suite begon begin jaren tachtig in Niagara Falls nadat zanger Johnny Dee de groep oprichtte en gitarist Derry Grehan , bassist Gary Lalonde , drummer Dave Betts en toetsenist Ray Coburn rekruteerde . Hun melodieuze rock verhulde wel wat poppy invloeden, de voorgaande albums waren ‘Honeymoon Suite’, ‘The Big Prize’, ‘Racing After Midnight’ en ‘Monsters Under The Bed’ verkochten goed en brachten ze in de hitlijsten met verschillende hitsingles. Ook Amerika merkte het op, waardoor de band daar verschillende grote tournees kon doen.
Dave Betts en Gary Lalonde hadden de band verlaten en Jorn Anderson (Alannah Miles) en Steve Webster (Billy Idol) werden ingeschakeld om de drum- en bastracks op te nemen. Het resultaat was een ander, volwassener geluid voor Honeymoon Suite, diepere nummers en met nieuwe onderwerpen met lagen van zowel keyboards verzorgd door Ray Coburn, en een aantal van Derry’s beste gitaarwerk tot nu toe. Johnnie Dee was zoals altijd in vorm en zong de nieuwe nummers met veel overtuiging. “Monsters Under the Bed”, oorspronkelijk uitgebracht in 1991, was het vierde album van de Canadese melodieuze rockers. De band maakte in de jaren ’80 naam met hun aanstekelijke pop-georiënteerde AOR, maar line-upwisselingen en andere problemen kreeg band het in de jaren ’90 moeilijker.
Dit is het album dat vrijwel een einde maakte aan de carrière van de band als singlesband. De verandering van melodieuze poprock naar gespierde riffzware classic rock zorgde dat hun diehard fans afhaakte. Degenen die op dat moment nog steeds geïnteresseerd waren, waren op zoek naar een terugkeer naar het geluid van hun meest succesvolle album “The Big Prize” uit 1986. Het trieste is dat dit album bijna net zo goed is en een beter algemeen productiegeluid heeft. De gitaren staan prominent in de mix en John’s stem is in prima vorm.
Met “Monsters Under the Bed” horen we nog steeds hetzelfde kerngeluid van de Honeymoon Suite. Het is nog steeds pakkende, radiovriendelijke melodieuze rock, maar er is minder een synth/keyboard-focus en meer een rechttoe rechtaan rock-vibe. In plaats van hetzelfde Racing After Midnight- of Big Prize-geluid klinkt Monsters Under the Bed als iets dat Giant, Tyketto of zelfs Mr. Big destijds misschien hebben opgenomen. Het is een verandering, maar naar mijn idee geen verkeerde verandering. Er was niets verkeerds aan de gelikte, melodieuze, open rock-‘n-roll van Honeymoon Suite. Het was niet zozeer dat hun nummers hen in de steek lieten, maar eerder de verandering in de muziekindustrie.
Het is een bekend verhaal en er valt hier veel te genieten; het pittige “Say You Don’t Know Me” en “If Ya Love Me” of met name “How Long” laten een band zien met een creatieve inslag. Dit zijn een aantal hele goede nummers, en het album als geheel is erg solide, vooral als je een fan bent van het arena-rockgeluid uit de late jaren 80. ‘Little Sister’, ‘Miracle’ en ‘It’s Only Love’ zijn ook hoogtepunten, maar er staan eigenlijk geen zwakke nummers op. Een van de beste nummers van de band, “The Road”, is een charmant Beatlesque nummer dat op zichzelf al bijna de prijs van het album waard is.
Het album had niet het commerciële succes van eerdere releases, maar wordt door critici nog steeds geprezen als een van de betere albums van Honeymoon Suite.
Geef een reactie