Kenmerken Progressieve Rock
(ook wel prog of progrock genoemd) is een vorm van rock georiënteerde kunstmuziek die opkwam in de jaren 60 en haar hoogtepunt bereikte in de jaren 70 en 80. Progressieve rock werd geboren vanuit de wens om geen rekening te willen houden met belemmeringen die gelden voor populaire muziek, zoals eenvoudige teksten, en korte nummers die op de radio worden uitgezonden.
Er zijn bepaalde aspecten in de progressieve rockmuziek die kenmerkend zijn voor het genre. Niet elke band zal al deze aspecten hebben, en de lijst is ook onvolledig, maar ze komen wel opvallend vaak voor.
- Lange composities, soms meer dan 20 minuten, met soms ingewikkelde melodieën, ritmes en harmonische ontwikkeling. Vaak worden deze muziekstukken epics genoemd. Deze stukken zijn niet erg commercieel, omdat liedjes op de radio in de regel tussen de 3 en 5 minuten duren. Gerelateerd aan de lange composities zijn de zgn. suites – stukken die zijn opgebouwd uit kortere delen, vaak met elk hun eigen titel. De hechtheid in de muzikale relaties tussen deze delen is zeer verscheiden. Soms bestaan er nauwelijks muzikale relaties tussen de delen, en werden de delen samengesteld voor het vertellen van een verhaal of voor atmosfeerverandering. In andere gevallen volgt de componist een klassieke toenadering, met hoge eisen aan interne relaties.
- De teksten zijn ingewikkeld en soms ondoorgrondelijk voor de luisteraar, met vaak onderwerpen als sciencefiction, fantasie, geschiedenis, religie, oorlog en chaos. Zelden zul je nummers tegenkomen, zoals wel in de popmuziek, over liefde en seks, en nog veel minder over onbetwistbare dagelijkse dingen als dansen en auto’s.Veel prog-rockbands willen met hun teksten commentaar geven op de maatschappij, maar zijn zelden direct politiek. Wel willen ze mensen vaak meer laten nadenken over allerhande thema’s.
- Conceptalbums is gerelateerd aan de teksten: Een conceptalbum is een album waarvan de nummers allemaal gaan over hetzelfde onderwerp, en vaak een verhaal vertellen. Soms wordt dit aangeduid met de term rock opera.
- Prominent gebruik van ongebruikelijke instrumenten en ongebruikelijke zangstijlen. Niet-Westerse instrumenten en percussie, alsmede Westerse toetseninstrumenten als synthesizer, piano, Hammond-orgel en Mellotron zijn meer prominent in prog dan in andere rockgenres. Zang wordt vaker dan in andere populaire muziek gekenmerkt door meerstemmigheid, eventueel polyfonisch en soms met kontrapunt. Stemgebruik vertoont verscheidenheid, vaak binnen één stuk, zowel qua dynamiek als klank. Wellicht verrassend is dat het gebruik van orkesten en koren minder voorkwam in de prog-rock van de jaren 60 en 70 dan gedacht. Vaak werden deze geluiden elektronisch nagebootst door middel van bijvoorbeeld een Mellotron.
- Ongebruikelijke maatsoorten, ritmetechnieken, toonladders en afstemming. De prog-rock staat wel bekend om het gebruik van afwijkende maatsoorten en veel tempowisselingen binnen een nummer.
- Een extreme variabiliteit van geluidsterkte, van fluisterstil tot zeer luide passages binnen een nummer. Karakteristiek is dat daardoor de aandacht op de muziek wordt gevestigd.
- Invloeden vanuit de klassieke muziek. Er wordt veel inspiratie opgedaan in de klassieke muziek en in nummers verwerkt zonder dat het oorspronkelijke stuk direct herkenbaar is.
- Het visuele aspect zoals de podiumact, maar ook het artwork is opmerkelijk.
- Voorbeelden van Conceptalbums zijn o.a. : van Queensryche de albums Operation Mindcrime I en II en American Soldier. Dream Theater leverde eveneens een klassieker af met Scenes From A Memory. Voor de Amerikaanse opponenten doet het Scandinavische Seventh Wonder zeker niet onder met hun conceptalbum Mercy Falls.
Fates Warning levert met Paralles een prima thema-album af.
Klassieke Progressieve Rock
De klassieke progressieve rock zelf ontwikkelt zich vanaf 1969 eerst voornamelijk in Engeland, en bereikt een hoogtepunt in de jaren zeventig met als belangrijkste bands Genesis, Jethro Tull, King Crimson, Pink Floyd en Yes.
Naarmate de jaren zeventig vorderen, gaat de stijl steeds meer aan het eigen gewicht ten onder. Bands bestaan vaak weliswaar uit vaardige muzikanten, maar in 1977 zorgt de punk voor een omwenteling en verschuift de waardering van critici en publiek van perfectionische, pretentieuze muziek naar rauwe expressieve, primaire 3-akkoorden rock. Rond 1980 is de stijl op sterven na dood. Slechts enkele bands blijven doorgaan, anderen wijzigen hun muzikale koers. De bands blijven succesvol voor het trouwe publiek. Op enkele uitzonderingen na (zoals Pink Floyd en Genesis) is het grote mainstream succes van de bands echter voorbij.
Neo-Prog en Retro-Prog
Een opleving van de stijl volgt enkele jaren later, met bands als Marillion, Saga, Arena , Porcupine Tree, GPS, Transatlantic en IQ. Van een progressieve stijl is dan geen sprake meer doordat veel bands die tot deze Neo-Prog behoren sterk teruggrijpen op de muziek van oorspronkelijke bands zoals Genesis, en dus weinig origineel zijn.
Hoewel in de jaren 80 en 90 veel van de oude bands een comeback maken is prog-rock een wat geforceerd aandoende stijl geworden voor een beperkte groep liefhebbers, die weinig invloed meer uitoefent op de rest van de muziekwereld. Pas in de jaren 90 kan er weer van een opleving in artistieke zin gesproken worden, door bands als Porcupine Tree, Spock’s Beard / Neal Morse en TransAtlantic.
Medio jaren ’90 werd ook Progressieve metal – Progrock met heavymetalinvloeden – populairder.Progressieve metal (progmetal) is de metalvariant van de progrock. Kenmerkend zijn de typische drumpatronen met snelle, vreemde tempowisselingen, complexe songstructuren, technisch hoogstaande instrumentale beheersing en nadruk op lange composities, die vaak gevat zijn in conceptuele verhaallijnen. Daarnaast is evenals in de progrock een grote invloed merkbaar uit technische dan wel muziekthematische standaarden uit de klassieke muziek.
Progmetal heet ook wel “The Thinking Man’s Metal” (metal van de denkende man), wat niet alleen refereert aan de complexiteit en intelligentie van de muziekstijl, maar ook aan het levende stereotype van de fans.
Progmetalbands kunnen qua geluid zeer van elkaar verschillen, en er is een ontelbaar aantal subgenres op te sommen. Invloeden komen uit allerlei hoeken: Tool haalt het onder andere uit de New Age Muziek, Dream Theater uit de jazz, Symphony X gebruikt klassieke muziek, Opeth deathmetal en Devin Townsend ambient.
Het Amerikaanse Dream Theater, Queensryche, Rush, Savatage, Shadow Gallery en Fates Warning met hun bekende virtuositeit, zorgden voor een opleving van het genre. Ook mag een nieuwe lichting van talentvolle bands niet vergeten worden, zoals Redemption, OSI en Symphony X.
Bands als het Nederlandse Ayreon, met zijn symfonische spacy rock-opera’s, zorgen voor verfrissing in het genre. Ook andere bands in Europa zetten zich op de kaart, met bands als Masterplan, Vanden Plas, Allen & Lande , en Threshold worden meesterwerkjes afgeleverd. Vooral halverwege de jaren negentig komen veel van deze talentvolle bands uit Scandinavie, zoals Seventh Wonder, Pagan’s Mind, Silent Call, Aspera, Circus Maximus en Vindictiv.